Menu

Producten

Gebiedsvisie en ontwerp

Sectorale visie en beleid

Onderzoek en veldwerk

Strategie en proces

Kennisbank

Projecten

Over ons

Kleinste categorie middelgrote centra opnieuw onderzocht
De resultaten (1/3): korter, vaker en van dichterbij

In samenwerking met studenten van de RU hebben wij dit jaar opnieuw, voor de achtste maal, ons onderzoek onder bezoekers van middelgrote centra uitgevoerd. Dit jaar was de kleinste categorie van de middelgrote centra aan de beurt (circa 20.000 à 40.000 m² winkelvloeroppervlak(wvo)). In de centra van Elst, Geleen, Haaksbergen, Houten, Nijkerk, Tiel, Woerden en Zevenaar waren we ook in 2015 en 2018. De studenten van de RU hebben, net als in de eerdere edities, in alle onderzochte centra zowel op een week- als een weekenddag bezoekers van de centra ondervraagd.

Projectleider Rik Eijkelkamp: “In 2013 voorzag DTNP al dat er met name in deze centra een overschot aan winkelmeters ging ontstaan. Daarom sloegen we de handen ineen met de Radboud Universiteit Nijmegen en zijn we in 2014 gestart met een jaarlijks enquête-onderzoek in 30 middelgrote centra. De studenten vragen ieder jaar in een aantal van die centra aan de bezoekers die het centrum verlaten onder andere welke voorzieningen ze hebben bezocht, hoe lang ze in het centrum zijn geweest en hoeveel ze hebben uitgegeven. Al met al hebben we nu de antwoorden van ruim 15.000 bezoekers van deze centra verzameld.”

In een serie van drie artikelen vatten we de belangrijkste conclusies van het onderzoek van dit jaar voor je samen. In dit eerste artikel gaan we dieper in op het bezoekgedrag: hoe vaak komen mensen, hoe lang blijven ze en van waar komen ze?

Het onderzoek laat dit jaar, evenals bij voorgaande edities, een afname van de verblijfsduur én een toename van de bezoekfrequentie zien. De bezoekduur neemt sinds 2015 gestaag af: van gemiddeld 59 minuten toen naar gemiddeld 48 minuten nu. De bezoekfrequentie loopt juist op: van 2,3 keer per week naar 2,6 keer per week. Uit (incidentele) passantentellingen van de afgelopen jaren blijkt dat het rustiger is geworden in de middelgrote centra. Dit betekent dat er een bepaald type bezoeker wegblijft uit de onderzochte centra.

Rik: “Voorheen hadden deze centra meer een regionale functie. De regionale bezoeker kwam weliswaar minder vaak, maar bleef wel langer. Uit de cijfers kunnen we opmaken dat er nu relatief gezien meer lokale bezoekers in het centrum rondlopen dan voorheen; deze bezoekers, die binnen drie kilometer van het centrum wonen, komen vaker, maar blijven dan wel korter. Meer dan de helft is binnen 30 minuten weer weg.”

De resultaten laten ook een verandering in mobiliteit zien: de fiets en de auto worden nu evenveel gebruikt (beide ca. 37%). Het aandeel bezoekers dat te voet naar het centrum komt stijgt al jaren; van 19% in 2015 naar 21% in 2018 en zelfs 25% in 2023. Naast een verandering van de herkomst van de bezoekers heeft dit wellicht ook te maken met een verandering in de gemiddelde leeftijd van de bezoekers. Een op de drie bezoekers is nu 65+, terwijl dit in 2015 nog maar een op de vier was. Daarnaast was de groep 26- tot 50-jarigen nu minder aanwezig in de onderzochte centra. Dit is een aandachtspunt voor de toekomstige positionering van deze centra.

“Qua bezoekmotief zien we in de periode tussen 2018 en 2023 relatief weinig grote verschuivingen”, aldus Rik Eijkelkamp. “We onderscheiden vier categorieën: komt iemand voor ‘boodschappen’, een ‘gerichte aankoop (of dienst)’, voor ‘recreatief winkelen’ of ‘recreatief verblijven’. De verandering van dit bezoektype is tussen 2015 en 2018 in deze centra veel groter geweest dan tussen 2018 en 2023. Gemiddeld treffen we in de onderzochte centra nu dezelfde percentages doelgerichte en recreatieve bezoekers aan als in 2018: 70 om 30 procent. Hierbij is het wel belangrijk om te beseffen dat deze balans, tussen het centrum als ‘place to buy’ en ‘place to be’, niet in ieder onderzocht centrum hetzelfde is. Kijk bijvoorbeeld maar naar het verschil tussen Houten en Woerden.”

Doordat het langlopende middelgrote-centrum-onderzoek van DTNP, met de oogst van dit jaar erbij, ruim 15.400 respondenten telt, kunnen we deze cijfers goed vergelijken met eerdere data. In voorgaande edities zagen we bijvoorbeeld, in de andere categorieën middelgrote centra (40.000 à 60.000 m² en 60.000 à 90.000 m² wvo), dat het aandeel winkelbezoek (iets) minder werd, onder andere ten faveure van de horeca. Hoe is dat in deze kleinste categorie?

Die vraag beantwoorden we de volgende keer. Dan gaan we nader in op de relatie tussen het bezoekgedrag en het bezoektype: welke voorzieningen worden het meest bezocht? En verschilt dit, per bezoektype?

Bijlagen:

Nieuwsbrief
Deze website maakt gebruik van cookies voor het verzamelen van anonieme gebruikersstatistieken. Meer informatie