Menu

Producten

Gebiedsvisie en ontwerp

Sectorale visie en beleid

Onderzoek en veldwerk

Strategie en proces

Kennisbank

Projecten

Over ons

Branchering van detailhandel goed te onderbouwen
Verordening ruimte Zuid-Holland blijkt dienstenrichtlijn-proof

In het nieuwsbericht ‘Groeten uit Appingedam’ gingen wij in op de vraag of en hoe gemeenten nog ruimtelijk detailhandelsbeleid kunnen voeren na de Raad van State-uitspraak over het perifere woonplein aldaar. Het antwoord: jazeker, maar regels over bijvoorbeeld branches en locaties moeten goed gemotiveerd zijn. De noodzakelijkheid en evenredigheid van regels moeten deugdelijk onderbouwd worden, met op de betreffende situatie toegespitst onderzoek.

Brancheringsregels provincie Zuid-Holland getoetst
Een leerzaam voorbeeld is de Verordening ruimte van de provincie Zuid-Holland. Die Verordening schrijft voor dat nieuwe detailhandel alleen toegestaan is binnen de centra van steden, dorpen en wijken. Buiten de centra wordt alleen detailhandel in specifieke branches toegestaan. In de procedure over perifere vestigingen van Decathlon in Den Haag en Schiedam toetste de Raad van State de specifieke brancheringsregels van de provincie. Daarbij speelt de vraag of deze beperkende regels wel noodzakelijk (dwingende reden van algemeen belang) en evenredig zijn (niet beperkender dan nodig).

Er kan heel veel: maatwerk is mogelijk
Steeds moet bedacht worden dat de Raad van State zelf geen inhoudelijk oordeel heeft over de vraag wanneer welke regels toegestaan zijn. Overheden gaan over hun eigen beleid en dat betekent dat lokaal maatwerk mogelijk is. De Raad van State toetst ‘slechts’ of de betreffende overheid, in dit geval de provincie, in redelijkheid tot deze regels heeft kunnen komen, oftewel de deugdelijkheid van de motivering van de regels.

Bewijs voor effectiviteit van brancheren in Zuid-Holland
Mede naar aanleiding van de uitspraak Appingedam heeft de provincie Zuid-Holland haar ruimtelijke detailhandelsbeleid in de Verordening ruimte nader onderbouwd. Centraal staat de vraag in hoeverre het clusteren van detailhandel in centra en het beperken van detailhandel buiten centra bijdragen aan de door de provincie nagestreefde beleidsdoelen. In een doorwrochte notitie is DTNP ingegaan op de specifieke situatie in Zuid-Holland. Daarbij heeft DTNP gebruik gemaakt van bestaande literatuur en data, eigen onderzoeksresultaten en voorbeeldcases uit de praktijk.

Huiswerk goed gemaakt
De Raad van State concludeert dat de provincie Zuid-Holland ‘door de overgelegde gegevens een analyse gebaseerd op gegevens heeft gegeven, op basis waarvan hij in redelijkheid de conclusie heeft getrokken dat de brancheringsregels zoals opgenomen in de Verordening ruimte in het algemeen effectief is en daarnaast ook van toepassing is op de specifieke situatie in de provincie Zuid-Holland’. Met andere woorden: de provincie Zuid-Holland heeft haar huiswerk goed gemaakt.

Appingedam maakt veel los
De uitspraak Appingedam heeft veel losgemaakt en overheden bewust gemaakt van de noodzaak beleidsregels deugdelijk (lees: vaak beter dan nu) te motiveren. DTNP wordt door veel gemeenten gevraagd het beleid te toetsen en waar nodig te actualiseren en ‘Dienstenrichtlijn-proof’ te maken.

Handreiking Dienstenrichtlijn
In opdracht van de Ministeries van BZK en EZK, IPO en VNG werkt de Retailagenda intussen ook aan een landelijke handreiking over de Europese Dienstenrichtlijn in relatie tot het Nederlandse ruimtelijke detailhandelsbeleid. DTNP verzorgt hierin het hoofdstuk over provinciaal beleid. Als de handreiking beschikbaar is, informeren wij u graag verder. Schrijf u desgewenst in voor onze nieuwsbrief.

Intussen in Appingedam…
Naar aanleiding van de eerdere uitspraak over Appingedam heeft die gemeente intussen haar huiswerk verder gemaakt. Binnenkort zal de Raad van State daarover uitspraak doen. Via onze nieuwsbrief informeren wij u ook daarover verder.

Bijlagen:

Nieuwsbrief
Deze website maakt gebruik van cookies voor het verzamelen van anonieme gebruikersstatistieken. Meer informatie