Menu

Producten

Gebiedsvisie en ontwerp

Sectorale visie en beleid

Onderzoek en veldwerk

Strategie en proces

Kennisbank

Projecten

Over ons

"Mag ik u iets vragen over uw bezoek aan het centrum?" Resultaten onderzoek middelgrote centra samengevat

“Mag ik u iets iets vragen over uw bezoek aan het centrum?” Tien jaar geleden werd deze vraag voor het eerst gesteld in een tiental middelgrote centra door studenten van de Radboud Universiteit en onderzoekers van DTNP. Sinds de start in 2014 hebben ruim 16.600 bezoekers van 30 verschillende middelgrote centra antwoord gegeven op vragen over hun feitelijke bezoekersgedrag en hun bevindingen. Dit jaar waren de centra van Etten-Leur, Gouda, Oosterhout (NB), Oss, Roosendaal, Tilburg en Venlo weer aan de beurt. Hieronder vatten we de belangrijkste conclusies van deze negende jaargang voor je samen.

Winkels nog altijd de meest bezochte voorziening
Circa 82% van de respondenten gaf aan tijdens het centrumbezoek minimaal één winkel te hebben bezocht (waaronder supermarkten). Ondanks dat de detailhandel al jaren in zwaar weer verkeert, en ook in deze centra het winkelaanbod in tien jaar tijd flink is afgenomen (in totaal -27% winkels en -20% winkelvloeroppervlak ten opzichte van 2014, met uitschieters naar -35% tot -40%) is het belang van het behoud van een passend winkelaanbod onverminderd groot. Nog altijd is (binnen dit type centrumgebied) in gemiddeld de helft van de panden een winkel gevestigd.

Bezoekduur korter, gemiddeld iets meer gericht bezoek
In lijn met de trend van voorgaande edities van ons middelgrote-centra-onderzoek duurt het bezoek aan de onderzochte centra gemiddeld korter dan in 2016/2017. In die jaren onderzochten we dezelfde centra en was de gemiddelde verblijfsduur (tijdens winkelopeningstijden) nog circa 80 minuten. Nu ligt dat gemiddelde op ‘slechts’ 60 minuten. Hoewel het aandeel van het bezoekmotief ‘recreatief verblijven’ is toegenomen ten opzichte van de vorige jaargang (van ca. 15% naar ca. 21,5%) blijven de ‘doelgerichte’ bezoekmotieven, zoals boodschappen doen, cadeautje kopen, pakketje ophalen of afspraak bij de kapper, met circa 60% duidelijk in de meerderheid. Alleen in de grotere binnensteden van Venlo en Tilburg is het aandeel bezoekers dat komt om recreatief te winkelen of recreatief te verblijven (je wil er zijn; “ik had er zin in”) opgeteld groter dan het aandeel bezoekers met een doelgericht motief (je moet er zijn; “ik had iets nodig”).

Regiofunctie in de kleinere stadscentra afgenomen
Als we kijken naar de herkomst van de respondenten, dan zien we over het geheel genomen minder bezoekers van buiten de eigen woonplaats. Tijdens de eerste editie van ons middelgrote-centra-onderzoek (toen bijvoorbeeld V&D nog bestond) kwam circa 60% van de respondenten uit de eigen woonplaats. Inmiddels ligt dit percentage gemiddeld op 70%. Als we de scope iets vergroten naar alle 30 centra die we de afgelopen tien jaar onderzochten, dan zien we een duidelijke tweedeling: de grotere middelgrote centra (o.a. Amersfoort en Zwolle) hebben de laatste jaren (tussen ’16-’18 en ’21-’24) iets van hun regiofunctie teruggevonden, terwijl we in de groep van kleinere middelgrote centra (o.a. Tiel en Gorinchem) juist meer inwoners van de eigen woonplaats aantreffen. Dit zien we ook in de resultaten van dit jaar: in Gouda, Tilburg en Venlo kwam circa 62% à 63% van de respondenten uit de eigen woonplaats, terwijl dit percentage in de andere vier centra (Etten-Leur, Oosterhout, Oss en Roosendaal) op 77% à 79% lag. Opvallend groot is het verlies van regiofunctie in Oosterhout (NB) in deze steekproef: in 2014 kwam nog 52% van de respondenten van buiten Oosterhout. In 2017 was dit al gedaald naar 31%, en dit jaar zet de daling naar 21%.

Het ene middelgrote centrum is het andere niet
Het is ieder jaar weer een open deur, maar we trappen hem toch nog maar een keertje open: elk centrum is anders. Op papier ontlopen bijvoorbeeld de centra van het Brabantse Oosterhout (ca. 47.800 m² wvo, waarvan ca. 33.000 m² wvo detailhandel) en Gouda (ca. 56.000 m² wvo, waarvan ca. 35.400 m² wvo detailhandel) elkaar niet veel. Toch is in de binnenstad van Gouda de bezoekduur langer (ca. 65 om ca. 49 minuten), de gemiddelde besteding hoger (ca. € 49 om € 43) en heeft men gemiddeld per bezoek meer voorzieningen bezocht (ca. 2,7 om 2,2) en een grotere afstand afgelegd (ca. 1.000 om 700 meter). Het historische karakter en het recreatieve (aanbod)profiel van de Goudse binnenstad liggen duidelijk ten grondslag aan dit afwijkende bezoekgedrag.

Eenvoudig aankopen doen, of lekker struinen?
De lengte van de looproute verschilt sterk per (type) centrumgebied. De gemiddelde lengte van de looproute van 850 meter zegt niet zo heel veel, als je beseft dat dit bijvoorbeeld varieert van ca. 500 meter in Etten-Leur tot één kilometer in Venlo. Deze centra scoren daarbij allebei een ruime voldoende (rapportcijfers van respectievelijk 7,6 en 7,3). Zowel het planmatig opgezette centrum van Etten-Leur als de historische binnenstad van Venlo voldoen dus aan de verwachtingen van de bezoekers. Voor het doen van boodschappen of een doelgerichte aankoop is immers een compact en functioneel centrum prettig (Etten-Leur), terwijl in Venlo de bezoeker met een recreatief motief het niet erg vindt om wat verder te wandelen. Sterker nog, de respondenten die langere afstanden liepen in hanzestad Venlo gaven de historische binnenstad ook een (flink) hoger waarderingscijfer.

Zo blijkt ook deze jaargang weer dat het belangrijk is voor middelgrote centra (maar eigenlijk voor alle winkel- en centrumgebieden in ons land) om goed in te (blijven) spelen op de behoeften en verschillende motieven van lokale en regionale bezoekers . Daar horen keuzes bij. Naar welke verhouding tussen laagdrempelig boodschappen doen en gezellig ontspannen streef je in je centrum? Zijn de randvoorwaarden daarvoor op orde? En als in de toekomst meer wonen en werken in het centrum wordt toegevoegd, hoe zorg je dan dat het publieksgerichte hart blijft functioneren of, liever nog, ervan profiteert?

Gedegen onderzoek vormt de basis voor een reëel gesprek tussen overheid, marktpartijen en inwoners over de toekomst van het centrum. Zo gaat DTNP momenteel in Oss met belanghebbenden in gesprek over het herijken van de koers voor het stadshart. Waar staan we nu? Wie is ons publiek en hoe bezoeken ze het centrum? Sluit de ruimtelijke opzet van het centrum hier voldoende op aan? Wat is de toekomstige verhouding tussen vraag en aanbod? Welke trends en ontwikkelingen bieden kansen voor ons centrum? En hoe ziet een stadshart eruit als rekening wordt gehouden met de verstedelijkingsambities die er liggen? Het beantwoorden van deze vragen helpt bij het maken van keuzes voor de toekomst.

Wil je ook aan de slag met je centrum of met de voorzieningenstructuur in jouw gemeente? Bel DTNP!

Nieuwsbrief
Deze website maakt gebruik van cookies voor het verzamelen van anonieme gebruikersstatistieken. Meer informatie