Haaksbergse ondernemers waren vorige week uitgenodigd in Museum Buurtspoorweg voor een meepraatavond over de Economische Visie, georganiseerd door de gemeente en DTNP. Daarbij kwamen vragen aan bod als ‘Waar zie je nog mogelijkheden om ruimte vrij te spelen voor bedrijvigheid?’, ‘Moeten we in het centrum inzetten op verbreding of juist op concentratie?’ en ‘Op welke bezoekersgroepen moet Haaksbergen zich richten?’. De deelnemers voerden levendige discussies over de economische toekomst van Haaksbergen.

De meepraatavond begon met een presentatie over de huidige economie van de gemeente Haaksbergen. Daarbij ging het onder andere over de ligging van Haaksbergen, in de buurt van Hengelo en Enschede en dicht bij de Duitse grens, maar ook over het aantal bedrijven dat in de gemeente gevestigd is, hoe het ervoor staat met de detailhandel in de gemeente en in hoeverre Haaksbergen in trek is bij toeristen.

“Er waren ondernemers uit alle sectoren op de avond afgekomen,” vertelt adviseur Juul Doggen. “Na de presentatie gingen zij in vier groepen uiteen, namelijk de ondernemers van industrieterreinen, uit de detailhandel, de dienstverlening en de toeristische sector en de horeca. Bij de vier panelen met dezelfde indeling konden zij in gesprek over hun eigen sector, en ook over de andere sectoren. En ze konden reacties op post-its achterlaten. Er werd enthousiast gediscussieerd en heel veel geplakt.”

De nieuwe visie stelt DTNP in cocreatie met de gemeente en het lokale bedrijfsleven op. De visie bestaat straks behalve uit de toekomstvisie ook uit een economische agenda, waarin de samenwerking tussen ondernemers, onderwijs en overheid een belangrijk onderwerp is.

Projectleider Rik Eijkelkamp hoorde dat de aanwezigen al vaak over die samenwerking spraken: “Dat was duidelijk een belangrijk onderwerp. In de samenwerking en communicatie onderling en met de gemeente is winst te behalen. Het opstellen van een economische visie kan als vliegwiel werken om aan de onderlinge relaties te werken. Toevoeging van veel woningen, meer dingen om te doen, vooral voor jongvolwassenen en de wisselwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven waren ook veel genoemde aandachtspunten. De achterliggende gedachte is dat het vasthouden van de jeugd een voorwaarde is voor voldoende toekomstig personeel en nieuw ondernemerschap en ook voor het draagvlak voor de voorzieningen straks.”

De levendige avond werd gezamenlijk afgesloten met een terugkoppeling van de verschillende ideeën en suggesties die naar boven waren gekomen. Begin volgend jaar krijgt de avond een vervolg met een werksessie, waarbij bedrijven en instellingen opnieuw worden uitgenodigd om acties voor de uitvoeringsagenda te benoemen.